Cruquius 1.3 – Amsterdam

Het schiereiland Cruquius in Amsterdam-Oost was ooit een levendig industrie- en havengebied vol pakhuizen en fabrieken. In de loop van deze eeuw namen Amvest en AM het gebied in ontwikkeling. Amvest had een lange keuzelijst met architecten voor ontwerp en BIM van de kavel Cruquius 1.3. Ze vroegen bouwteampartner De Nijs met welk bureau dit bouwbedrijf graag zou bouwen. Het antwoord was kenmerkend kort: “Arons en Gelauff, dat zijn de enige architecten die BIM echt snappen.” Het hielp ook dat de stedenbouwer van de gemeente van onze open aanpak houdt. Samen konden we enthousiast aan de slag. Die maritieme en industriële roots vormden het uitgangspunt voor ons ontwerp van Cruquius 1.3: vier haakvormige gebouwen, twee aan twee geschikt rond een gemeenschappelijke binnentuin. Deze gemeenschappelijke binnentuinen krijgen transparante hekken, zodat een aantrekkelijk doorzicht ontstaat tussen de wandelboulevard aan de kade en de Cruquiusweg. Tegelijkertijd wilden we gebouwen ontwerpen die licht en expressief zijn, en passen bij de rest van het nieuwe Cruquius. De architectuur is lichtvoetig door het vele glas en de frisse kleuren. Elke woning heeft zicht op de Entrepothaven en goede bezonning. Van afstand heeft Cruquius 1.3 een chique, koele uitstraling; dichterbij juist warmer. We ontwierpen vier gelijksoortige woon-werkgebouwen: drie in de vrije sector koop en één in de vrije sector huur. Op de onderste bouwlagen maakten we klassieke doorzonmaisonnettes voor gezinnen, met een voortuintje aan de straat en een achtertuin aan de binnentuin. Commerciële ruimten op de hoeken verlevendigen de plint. Daarboven situeerden we appartementen met ruime glazenwas-balkons. De daklagen kregen een mix van luxe lofts en penthouse-maisonnettes met dakterrassen en de hoge ruimten onder het sheddak. Met deze ‘zaagtand-daken’ gaven we Cruquius 1.3 zijn eigen, maritiem-industriële karakter. Voor de buitenruimte werkten we samen met Buro Lubbers. In de gevels is rondom woonruimte voor dwergvleermuizen, gierzwaluwen en koolmezen. De beplanting van de tuinen is zo gekozen dat er een foerageergebied voor hen ontstaat.