Deze oude pakhuizen uit het begin van de zeventiende eeuw belichamen de rijke handelstraditie van de stad Hoorn. Al vanaf de veertiende eeuw voeren schepen vanuit Hoorn over de Noordzee en de Oostzee. Wol werd uit Newcastle en Schotland gehaald, graan uit het Oostzeegebied (en naar de Vlaamse steden gebracht). Eind zestiende eeuw gingen de schepen van Hoorn zelf naar de Middellandse Zee: graan vervoeren naar Italië (Genua), handel drijven op de Levant. De namen van de pakhuizen herinneren aan die tijd; de Oostvaarder en de Straetvaarder. Elders in de stad staan nog een pakhuis Genua en een pakhuis Dantzig. Ergo: de 'Oostvaarder' verwijst naar de Oostzeehandel (de Moedernegotie), en NIET naar de handel op Indië. Voor die handel bouwde de VOC zelf de pakhuizen aan de Turfhaven, aan de straat die nu Onder de Boompjes genoemd wordt.