Voorwoord

De Beemster staat in bloei!

Dat Unesco Werelderfgoed geen beperking maar juist een stimulans is voor ruimtelijke ontwikkeling bewijst de Beemster keer op keer. Met respect voor de scherp gesneden gravure van sloten, wegen, linten en lanen komt de Beemster binnen de rationele verkaveling van de 17e -eeuwse droogmakerij tot bloei. De Beemster geeft blijk van een zeer aantrekkelijk vestigingsklimaat voor wonen, werken en recreëren. Zo wordt in het zuidwestelijk kwadrant van Middenbeemster in korte tijd een gevarieerde nieuwe wijk ontwikkeld met een kleine 600 woningen. Een wijk die uiterst zorgvuldig wordt ingepast in het kenmerkende verkavelingspatroon van de Beemster. In navolging van de Nieuwe Tuinderij West wordt in Zuidoostbeemster, tussen de Purmerenderweg en de Oostdijk, de Nieuwe Tuinderij Oost ontwikkeld met nog eens 300 woningen. Ook in dit stedenbouwkundig plan is, met een respectabele afstand tot de Oostdijk, dankbaar gebruikgemaakt van het historisch verkavelingspatroon.

Als voorzitter van de welstandscommissie Beemster heb ik samen met de andere commissieleden mogen bijdragen aan het minimaal handhaven, maar meer nog aan het verbeteren van de ruimtelijke kwaliteit in de Beemster. Een ruimtelijke kwaliteit die het predicaat Unesco Werelderfgoed eer aan doet. Dat door invloed van aspecten zoals schaalvergroting, energietransitie en functieverandering deze kenmerkende ruimtelijke kwaliteit van het historisch erfgoed nogal eens onder druk komt te staan moge duidelijk zijn. Echter, samen met initiatiefnemers, ontwerpers en ambtelijke begeleiding durf ik te stellen dat we er ook dit jaar weer in geslaagd zijn om deze ruimtelijke kwaliteit te handhaven en, daar waar mogelijk, te laten opbloeien.

Ben Ewals, voorzitter welstandscommissie Beemster