Omgevingskwaliteit is van iedereen. In gesprek met Dorine van Hoogstraten.

Geplaatst op: 1 september 2025

|

Dorine van Hoogstraten maakte per 1 juli de stap van adjunct-directeur naar directeur van MOOI Noord-Holland. “De diversiteit van Noord-Holland maakt dat het werken aan omgevingskwaliteit hier elke dag weer uitdagend en inspirerend is,” vertelt Dorine enthousiast. Lees verder.

Dorine van Hoogstraten_DSZ2204

Beeld: Nadine van den Berg

Dorine van Hoogstraten maakte per 1 juli de stap van adjunct-directeur naar directeur van MOOI Noord-Holland. “De diversiteit van Noord-Holland maakt dat het werken aan omgevingskwaliteit hier elke dag weer uitdagend en inspirerend is,” vertelt Dorine enthousiast. Ze formuleert twee speerpunten waar ze zich met haar team de komende tijd op wil richten: gemeentes stimuleren om nog meer integraal te gaan werken en beter uitleggen aan een breed publiek wat de meerwaarde is van omgevingskwaliteit.

Integraal werken aanwakkeren

Samen met voormalig directeur Jef Mühren heeft Dorine de afgelopen tien jaar MOOI Noord-Holland toegesneden op grote verschuivingen rondom ruimtelijke kwaliteitsborging en het omgevingsrecht. Zo is in een relatief korte periode de vakwereld steeds integraler gaan kijken naar de leefomgeving. Dat had zijn weerslag op de organisatie van kwaliteitsborging. Vroeger had je voor welstand en monumentenzorg afzonderlijke commissies. Nu zijn de commissies samengegaan en wordt er gestuurd op omgevingskwaliteit, een breed begrip dat over landschap, stedenbouw én natuur gaat. Ook duurzaamheid en klimaatadaptatie zijn vanzelfsprekende thema’s binnen de advisering.

“Een logische ontwikkeling,” legt Dorine uit, “want bij ontwikkelingen moet je je altijd afvragen in welke landschappelijke of stedelijke context je gaat opereren. Wat is op een bepaalde plek al van waarde, welke elementen wil je extra beschermen als garantie voor een zorgvuldige omgang, wat mag er weg, hoe sluit een nieuwe ontwikkeling aan op de bestaande waarden en wat wil je toevoegen?”

De komst van de Omgevingswet zorgde ervoor dat een geïntegreerde aanpak van opgaven is aangewakkerd. Maar de klus is nog niet geklaard. “Veel gemeentes zijn zoekende. Gemeentelijke organisaties daarbij ondersteunen zie ik als een belangrijke taak.”

Zo vroeg mogelijk aan tafel

Graag ziet Dorine de commissies Omgevingskwaliteit ook betrokken vanaf het begin van een ontwikkelproces en niet enkel als toetser van kwaliteit aan het einde. “Onder professionals is ‘vroeg aan tafel’ inmiddels een welbekend mantra, maar nog niet alle gemeentes die we adviseren hebben hun organisatie zo ingericht dat dat ook als vanzelf gebeurt. Ambtelijk en bestuurlijk de meerwaarde ervan overbrengen is dus van grote betekenis.”

Een vroege betrokkenheid vergroot de kans dat de leefomgeving van mensen verbetert en dat je het publieke belang van ingrepen beter kan dienen. “Neem nieuw te bouwen appartementengebouwen,” vertelt Dorine. “Het maakt een enorm verschil of buurtbewoners ‘s avonds langs gesloten bergingen lopen of langs ramen waarachter mensen wonen. Gesprekken over waar de bergingen in een gebouw komen, moet je aan het begin van een proces voeren. Later kun je plannen niet meer wijzigen, want dat is tijdrovend en duur.”

“Onze adviseurs kunnen aan de start van opgaven ook helpen bij het benoemen van gebiedswaardes. Onze organisatie is bijna 110 jaar oud,” vertelt Dorine trots. “Als architectuurhistoricus vind ik dat natuurlijk een fantastisch gegeven: onze organisatie is erfgoed dat leeft, dat continue in ontwikkeling is en zich aanpast aan de tijd waarin we opereren. We hebben in die jaren veel kennis over steden, dorpen en landschappen opgebouwd, die steeds aan nieuwe teamleden wordt doorgegeven. We weten ook hoe het gemeentelijk beleid zich over de jaren heeft ontwikkeld. Gemeentes krijgen met onze betrokkenheid enerzijds een frisse blik van deskundigen en anderzijds de continuïteit in kennis.”

In gesprek met een breed publiek

Een tweede opgave waar Dorine haar tanden in wil zetten is het beter uitleggen aan een breed publiek waarom omgevingskwaliteit, inclusief de cultuurhistorische component, zo belangrijk is. “Vaak blijft het gesprek hierover hangen bij professionals, beleidsmakers of bestuurders. Dat moet echt breder, want omgevingskwaliteit is van iedereen. Een lastige klus, want wat we doen is vaak onzichtbaar.”

“Een mooi voorbeeld uit de Westfriese gemeenten geeft aan hoe onze betrokkenheid de omgeving van mensen zichtbaar verbetert. Hier onderzochten we samen met de gemeente welke waarden jongeren vooropzetten. We gingen met ze in gesprek en wat bleek? Jongeren socializen daar in bootjes op het water. Waterstructuren zijn hier dus van grote betekenis, evenals het veilig bevaarbaar houden ervan. Dit voorbeeld toont ook dat de fysieke leefomgeving een enorme invloed heeft op het sociale domein.”

Met alle grote opgaven die spelen hebben ruimtelijke ontwikkelingen ook steeds meer maatschappelijke impact. “Er moeten veel woningen bij, de energietransitie doet onze omgeving radicaal veranderen. Niet alleen het landschap, maar ook de stad.”

Mooi is geen luxe

Dat schoonheid uitgangspunt moet zijn bij ontwikkelingen is onder een breed publiek ook nog geen gemeengoed. Sterker nog, met de huidige woningnood wordt de meerwaarde van kwaliteit door bestuurders of ontwikkelaars soms akelig ver naar de achtergrond geschoven. “Laatst kwam er een raadslid naar mij toe die zei: ‘Dat een woning er snel staat, is belangrijker dan dat hij mooi is’. Maar is dat wel zo? Mooi is geen luxe. Een van de maatschappelijke doelen van de Omgevingswet is ‘goede omgevingskwaliteit’. Daarbij gaat het om aspecten als cultureel erfgoed, architectuur, stedenbouw, landschap en natuur. Als overheid heb je een wettelijke taak om daarvoor te zorgen.”

Dorine bevroeg het raadslid op haar eigen woonkeuze. Ze bleek in het landelijk gebied te wonen, omdat het daar rustig is en vanwege het weidse uitzicht over het open landschap. “Ze wist dus heel goed te verwoorden dat omgevingskwaliteit leidend was geweest bij de keuze van haar woning,” lacht Dorine. Door in gesprek te gaan met het raadslid kreeg Dorine haar in haar denken mee. “Zo’n raadslid heeft een hele achterban die ze op haar beurt weer kan meenemen in ons gedachtengoed.”

Het goud van de organisatie

“De manier waarop we in gesprek gaan met elkaar is van essentieel belang, wil je de boodschap goed laten landen. Daar ligt ook een opgave,” aldus Dorine. “Het gesprek voeren doen we graag, waar mogelijk, op de plek waar een dilemma speelt. Debat aanjagen en kennis breed delen past MOOI Noord-Holland bovendien goed. Afwegingen over omgevingskwaliteit moeten vaak op alle schaalniveaus en in samenspraak met alle overheden overdacht worden. We vormen de schakel tussen aan de ene kant het rijk en de provincie en aan de andere kant de gemeente en het publiek. Wij zijn daarom in staat over en weer kennis te delen en te bespreken.”

MOOI Noord-Holland heeft de afgelopen jaren al flink geïnvesteerd in communicatie. “We maken bijvoorbeeld aansprekende gemeentelijke jaarverslagen met voorbeeldprojecten. In de communicatie kun je meer met dit soort inzichten.” Ze ziet daarbij een wezenlijke rol weggelegd voor de 25 mensen die in dienst zijn en de 55 betrokken adviseurs. “Het zijn professionals met een grote diversiteit aan achtergronden, leeftijden en disciplines. We werken met architecten, stedenbouwers, erfgoedspecialisten, een archeoloog, een sociaal geograaf, een landschapshistoricus et cetera. Deze mensen zijn het gezicht van de organisatie. Zij zitten immers elke twee weken aan tafel bij de gemeentes. We doen ook veel aan bijscholing en intervisie, bijvoorbeeld op het thema duurzaamheid. Mensen zijn toegewijd en weten wat er speelt. Ik zou daarom graag zien dat zij de meerwaarde van hun werk vaker publiek gaan uitdragen. Bijvoorbeeld in de vorm van filmpjes. Of misschien moet je zo nu en dan vergaderen op een publieke plek. Spannend, maar ook inspirerend.”

Speerpunten handen en voeten geven

Om handen en voeten te geven aan haar speerpunten zijn ook twee nieuwe posities in het leven geroepen. Een Programmamanager Kennis en Beleid heeft de taak gekregen te formuleren welke inhoudelijke thema’s MOOI Noord-Holland op de agenda wil zetten en daar ook praktisch uitvoering aan te geven. Een Programmamanager Advisering Omgevingskwaliteit gaat de commissies en kwaliteitsteams van veertig Noord-Hollandse gemeenten ondersteunen en bewaakt de inhoudelijke kwaliteit van de advisering. “Het stimuleren van een integrale aanpak is daarbij een belangrijk onderdeel. Onze zoektocht daarbij is onafhankelijk en deskundig te blijven en tegelijkertijd ook heel goed aan te voelen wat is er in de verschillende gemeentes mogelijk is.”