Verslag van Buitenpraat #2: over de waarde van landschap

Geplaatst op: 4 december 2025

|

Om natuur en landschap echt op waarde te schatten, moet het economisch systeem rigoureus op de schop. Belangrijke actie: afscheid nemen van de koppeling tussen waarde en prijs. ‘We drukken de liefde toch ook niet uit in efficiency en rendement.’

20251126 Buitenpraat Diemen-27

Beeld: Anna Groentjes

Tekst: Mark Hendriks

Gehoord tijdens een argeloze middagwandeling door het Diemerbos: blijkbaar kunnen we met 35 procent (!) minder toe zonder onze manier van leven geweld aan te doen. En of dat niet mooi genoeg is: we kunnen daardoor de enorme schade die ons economisch systeem toebrengt aan natuur en milieu flink omlaag brengen. Toch lijkt deze op zichzelf positieve boodschap niet door te dringen. Want ja, vertel de bewoners van een van de rijkste landen ter wereld maar eens dat het met hun levenstandaard wel een tandje minder mag.

Het informele gesprekje vond plaats tijdens de tweede Buitenpraatbijeenkomst van Mooi Noord-Holland. Dit keer gingen beleidsmakers, bestuurders en experts in conclaaf over de waarde van landschap. Lopend door het Diemerbos beet Kees Klomp het spits af. Op een open plek vertelde de ‘betekeniseconoom’ dat de nadruk die wij leggen op welvaart – uitgedrukt in geld en materiële zaken – voor een structurele disbalans zorgt tussen de communicerende vaten die ten grondslag liggen aan een economie die we eigenlijk zouden moeten nastreven. Hij heeft het dan over de natuur – door hem ‘welleven’ genoemd –, welvaart en welzijn, en ons geluk, ons welbevinden. ‘U snapt, met alle ballen op de welvaart gaat dat vat omhoog, maar de rest naar beneden.’

Lucratief verdienmodel

Klomp is onderzoeker aan Hogeschool Windesheim en vindt dat we ons begrip van wat economie is moeten bijstellen. Het huidige model draait om niets anders dan groei en competitie, om het eindeloos bevredigen van de begeertes die wij als consumenten hebben. ‘Het hele domein is gereduceerd tot een markt, de enige manier om waarden uit te drukken is het toekennen van prijzen. De natuur is in dit model niet meer dan een hulpbron.’

Maar die economie is de natuur aan het slopen. Een kleine greep: twee derde van wat alle Nederlandse bedrijven aan geld verdienen gaat ten koste van mens en milieu. Tegenover de 19 miljard die de landbouw opbrengt, staat 35 miljard aan milieuschade. Helemaal duizelingwekkend: als we zo doorgaan zal de schade aan milieu en biodiversiteit in 2050 twee keer de Amerikaanse economie bedragen.

Alle reden dus om in te grijpen, stelt Klomp. Voor de noodzakelijk omslag naar een andere economie – waarin welleven, welvaart, welzijn en welbevinden in balans komen – zijn systeemveranderingen niet genoeg. ‘Met het aanpassen van regelgeving, beleid of investeringen redden we het niet. We moeten tornen aan de verhalen die achter onze samenleving schuilgaan, we moeten met alternatieven komen voor het liberalisme, materialisme en kapitalisme.’ Na een moment: ‘Weet u waarom we de crises niet oplossen? Omdat er vanuit het marktdenken geen lucratief verdienmodel voor op te tuigen is.’

Perverse uitwassen

Als hij afrondt, gooit hij wat suggesties voor zo’n nieuw verhaal in de groep. ‘We moeten niet langer als consumenten denken, maar als wereldburgers. Dan zien we dat de aarde planetaire grenzen heeft die eindig zijn. En we moeten afscheid nemen van de directe relatie tussen waarde en prijs.’ Hij wijst naar een boom. ‘Die is voor alles wat hij ons geeft – zuurstof, vitale bodem, koolstofopslag – misschien wel 50.000 euro waard. Maar ons systeem kan de existente waarde van deze boom alleen verwerken als we ’m kappen en het hout voor slechts 5.000 euro verkopen.’

Als het gesprek binnen wordt voorgezet – aan een grote tafel op de zolder van horeca- en vergaderplek House of Bird – blijkt dat laatste lastig in de praktijk te brengen. De Diemense wethouder Matthijs van den Berg zegt dat hij het denken in prijzen nodig heeft. ‘Om uit te drukken waarom iets waardevol is zodat ik er geld voor krijg, of om te laten zien dat we veel geïnvesteerd hebben en er dus zuinig op moeten zijn.’ Ook Rik Rolleman van het recreatieschap voelt de druk om de waarde van natuur en landschap te kwantificeren. ‘Bijvoorbeeld om de budgetten voor beheer op orde te krijgen. Ik vind het bizar dat we weten wat natuur en landschap voor ons doet en dat we daar toch – en dan kijk ik ook naar de provincie – zo weinig geld voor over hebben.’

Wat dit betreft biedt het landgoedmodel aanknopingspunten, mengt Dick van den Oever zich. Hij is directeur bij ASR, een van de grootse grondinvesteerders van Nederland. ‘Het is zaak om je cashflow op orde te brengen. Wij brengen de waterkwaliteit op orde en doen aan landschapsherstel. Dat betalen we met de opbrengen uit een windmolen of natuurbegraafplaats.’ Kees Klomp snapt de redenering, maar waarschuwt voor de keerzijdes. ‘Pas op voor perverse uitwassen, zoals de handel in koolstofrechten. Stel dat we onze liefdesrelaties transactioneel zouden beschouwen en op de koelkast de profits gaan noteren. Dat doen we niet, we hebben andere manieren om de liefde te waarderen dan efficiency en rendement.’

Gemene deler

Directeur van Landschap Noord-Holland Bas Rüter ziet dat rendementen alleen niet meer genoeg zijn om investeerders over de streep te trekken. ‘Die willen de afhankelijkheden van het landschap en de natuur in beeld hebben. Dan blijken zomaar een straatje bijbouwen, of reguliere landbouw in de veenweiden geen populaire economische activiteiten.’

Om gehoor te geven aan zijn oproep tot een nieuw verhaal begint Klomp over het commonisme. ‘Zie gebieden als gemeenschappelijke gronden, waar mensen zelf zorg voor dragen en van profiteren zonder winstoogmerk, en waar het vooral draait om het op peil houden van natuurwaarden, het produceren van gezond voedsel en schoon water. Denk aan het bedrijf Commonland dat grond opkoopt en saneert. De natuurwinst die hier mee behaald wordt, zetten ze doodleuk op de balans.’ ASR-directeur Van den Oever knikt: ‘Wij doen iets vergelijkbaars met onze groene erfpachtcontracten. Als boeren hun landgebruik verduurzamen krijgen ze een fikse korting. Dat betekent dat snel geld verdienen naar de achtergrond verdwijnt, omdat je dat stopt in bodem- en waterkwaliteit, natuurontwikkeling en landschapsverbetering – met het idee dat die positieve effecten zich op lange termijn alsnog uitbetalen.’

Rüter sluit af met woorden die passen bij het pleidooi om niet langer als individuen te redeneren. ‘Het lijkt soms of ik als landschapsbeschermer voor een sectoraal belang sta. Maar landschap is een gemene deler, waar we samen mee aan de slag moeten.’

Buitenpraat #3

De volgende editie van Buitenpraat gaat over Waardecreatie en zal plaats vinden op woensdag 4 februari op een bijzondere locatie in de Binnenduinrand.

Reflectie van Sjaak Kroes

Tijdens de bijeenkomst was dichter Sjaak Kroes aanwezig. Vanuit zijn observaties, gesprekken en indrukken maakte hij ter plekke een gedicht dat de sfeer, de thema’s en de onderliggende vragen van de dag treffend samenvat.